Actioncam-video's
monteren & bewerken
- Eenvoudig & snel!

Als u het zo snel mogelijk & wilt, gebruik dan een video deluxe bewerkingssjabloon. Hier zijn alle sneden al ingesteld om bij de muziek te passen. Het enige wat u hoeft te doen is de plaatsaanduidingen te vullen met geschikte clips uit uw video's.

Dit gaat als volgt:

• Open het tabblad Mediapool rechtsboven "Sjablonen" en klik op de tegel "Snijsjablonen Basis".

Alle snijsjablonen in het repertorium staan in het rechterdeel. U kunt extra snijsjablonen kopen in het tabblad Mediapool "Store".

• Beweeg de muis over een tegel en klik op de voorbeeldpijl in het midden van het pop-up venster. Let vooral op de muziek.
• Als u een liedje leuk vindt en het montagesjabloon wilt gebruiken als basis voor uw actioncam-video, klik dan op het importsymbool links in het pop-up venster.

Nu wordt de snijsjabloon geladen en geopend in de snijsjabloon assistent. Linksonder is nu een rij grijze plaatshouders te zien. Bovenaan in de Mediapool kunt u alle directory's op uw computer bereiken.

• Sleep uw actioncam-videobestanden vanuit de Mediapool naar de plaatshouders.
• Bepaal zo nodig het gebied van de video dat in de plaatshouder moet worden gebruikt in de gebiedsweergave rechtsonder.

Het gebiedsdisplay geeft u ook informatie over de effecten die in deze scène worden gebruikt (bijvoorbeeld Slow Motion).

U kunt dezelfde video gebruiken voor meerdere of alle plaatshouders. Sleep het bestand gewoon op de plaatsaanduidingen, de een na de ander.

• De spatiebalk is de snelste manier om het afspeelproces te starten en te stoppen. Zo kunt u het resultaat controleren.

Als u het mooi vindt, bent u al klaar met de post-productie. Exporteer de bewerkte actioncam-video of upload hem direct naar internet (zie hieronder).

U kunt de bewerkte video echter ook nog handmatig bewerken. Om dit te doen, sluit u de montagesjabloonassistent via het vinkje op de weergave ervan.

Dit opent de normale programmaweergave van Video deluxe waar alle programmafuncties voor u beschikbaar zijn. Hier komen we nu op.

Als u uw eigen muziek wilt gebruiken in plaats van een muziekbewerkingssjabloon, gaat u als volgt te werk:

• Maak in de startdialoog van MAGIX Video deluxe een nieuw project aan of ga vanuit de bewerkingsassistent naar de normale programmaweergave van Video deluxe.
• Om 4K-materiaal in hoge resolutie te bewerken, activeert u de optie "Automatisch proxy-bestanden maken" in de dialoog "Filminstellingen" (te bereiken in het menu "Bestand > Instellingen > Film"). Hierdoor kunnen ook 4K- of 8K-video's zonder problemen worden afgespeeld en bewerkt.
• Laad uw videobestanden met drag & drop vanaf het tabblad import van de Mediapool en rangschik ze achter elkaar in een spoor.
• Om muziek aan de beelden toe te voegen, sleept u een muziekbestand naar een spoor onder het videospoor.

Om de muziek aan de lengte van de video's aan te passen, sleept u gewoon het audio-object van de muziek tot de juiste lengte:

• Verplaats de muiscursor naar de onderste rand van het object totdat het het montagesymbool wordt.
• Klik en schuif de rand van het object naar binnen terwijl u de muisknop ingedrukt houdt totdat de muziek op de juiste plaats begint of eindigt.
• Om een fade-in of fade-out in te stellen, gebruikt u de bovenste objecthendels.

Laten we beginnen met wat waarschijnlijk het meest voorkomende geval is: u wilt een onbruikbare passage uit uw actioncam-video knippen.

• Plaats de afspeelmarkeerder aan het begin en het einde van de passage die u wilt gebruiken en druk beide keren op "T".
• Klik op de gebieden die moeten worden verwijderd en druk op de toets "Del".
• Als er een gat is dat gedicht moet worden: Selecteer de "Muismodus voor alle sporen" in de werkbalk.
• Duw het achterste deel naar voren tot het vastklikt aan het voorste deel. In deze muismodus worden alle objecten die verder naar achteren liggen mee naar voren getrokken, zodat niets erachter door elkaar wordt gehaald.

Indien u een ingekort of geknipt object terugsleept aan zijn objectranden, worden de verwijderde passages direct hersteld. U kunt zo veel proberen als u wilt zonder de originele bestanden te veranderen.

Om u te helpen een op muziek gerichte bewerking te maken, plaats u vastklikmarkers waar de beats zijn. Daardoor springen de videoscènes automatisch in de ritmisch juiste posities wanneer ze worden bewogen.

• Klik op het audio-object met de muziek om het te selecteren.
• Open in de Mediapool de rubriek "Effecten" en klik op de tegel "Vastklikmarkers" in de rubriek "Audio-effecten".
• Klik op de knop "Vastklikmarkers op transiënten inklikken".
• Verplaats uw video-objecten zodat ze op hun plaats klikken op de plaatsen van de vastklikmarkers.

Open rechtsboven in de Mediapool het tabblad "Effecten" en klik op de tegel "Helderheid & Contrast" in de sectie "Video-effecten". De effectdialoog biedt de volgende opties:

• De knop "Automatische belichting" stelt de parameters automatisch in na een geautomatiseerde analyse van het beeld.
• De twee schuifregelaars "Helderheid" en "Contrast" veranderen de basiswaarden handmatig.
• "Gamma"-correctie gaat over de subjectief waargenomen helderheid. Het verschilt van objectieve helderheid in die zin dat de verhouding tussen lichte en donkere delen van het beeld wordt gewijzigd. Bij Helderheid worden alle pixels van het beeld dus gelijkmatig helderder of donkerder gemaakt; in het geval van gammacorrectie wordt de verhouding gewijzigd.
• "HDR" staat voor "High Dynamic Range", d.w.z. een bijzonder groot verschil in helderheid en contrastwaarden. "HDR vervagen" beïnvloedt de overgangen tussen lichtere en donkerdere gebieden.

Vaak is het raadzaam om ook kleurcorrectie toe te passen op het videobeeld. Dit komt omdat alle drie parameters - kleur, helderheid en contrast - samen het uiterlijk van het beeld bepalen. Klik op de tegel "Kleur" om de kleurendialoog te openen. Hier heeft u de volgende mogelijkheden:

• Om een kleurzweem te compenseren, stelt u de complementaire kleur in het kleurenwiel in. In het geval van een blauwe kleurzweem is dit het gele gebied, in het geval van een groene kleurzweem het violette gebied. Dit is alleen in bijzondere gevallen nodig.
• Om de kleur over het algemeen te verzachten of te versterken, gebruikt u de schuifregelaar "Verzadiging". Hier moet u eenvoudigweg een beetje experimenteren.

Met de tegel "kleurcorrectie" ernaast kunt u de voor- en achtergrond afzonderlijk kleuren en zo stukken beeldinhoud van elkaar scheiden. Klik in de effectdialoog op "Toevoegen" en selecteer met de muisaanwijzer, die een pipetsymbool is geworden, de kleurvlakken die voor de voorgrondbewerking moeten worden gebruikt. Stel dan de kleuren voor de voorgrond en de achtergrond afzonderlijk in.

Met Snelheidseffecten intensiveert u de dynamiek van de actie. Met slow motion legt u de nadruk op de hoogtepunten en toont u de beslissende momenten in detail in slow motion, Timelapse versnelt de beelden en voegt drama toe.

Speed Ramps, die de afspeelsnelheid van de video dynamisch veranderen, zijn bijzonder populair. Vooral scènes vol actie zijn gebaat bij het vertragen van de snelle beeldenstroom, waarbij de beslissende momenten in slow motion worden getoond en vervolgens alles weer wordt versneld tot hoge snelheid. Op die manier kunnen belangrijke situaties worden benadrukt (bijvoorbeeld bij sportopnamen, wanneer de bal het net raakt of het skateboard van de schans gaat).

Dit gaat als volgt:

• Open het tabblad "Effecten" in de Mediapool en klik op de tegel "Snelheid".
• Klik op de video in het spoor en sleep de schuifregelaar in het effectdialoogvenster naar links voor een slow-motioneffect. Als alternatief kunt u de vertragingsfactor numeriek invoeren. Als u onder de waarde 0.75 komt, moet u de optie "Tussenbeelden interpoleren" activeren, zodat de video niet schokkerig wordt.
• Omgekeerd sleept u de schuifregelaar naar rechts om een timelapse-effect te creëren. Het timelapse-effect speelt video sneller af. Daarom wordt het video-object op de tijdlijn ingekort. De voorwerpen verder naar achteren op het spoor worden automatisch naar voren verplaatst.

Voor versnelde weergave gebruikt u de keyframe-animatie onderaan het dialoogvenster.

• Plaats de afspeelmarker op de plaats, waar de versnelling moet beginnen.
• Sleep de keyframe-animatie van onder uit de Mediapool en stel op dit punt een eerste keyframe in.
• Verplaats de afspeelmarkeerder in de keyframe-animatie verder naar rechts tot de eerste versnelling voorbij is.
• Sleep de snelheidsregelaar naar links om een slow-motion passage in te stellen. Een tweede keyframe wordt automatisch ingesteld op de positie van de afspeelmarker. Als u de passage afspeelt, zult u zien hoe de snelheid voortdurend wordt verminderd tussen de twee keyframes.
• Verplaats de afspeelmarkeerder verder naar rechts tot het punt waar de slow-motion passage eindigt. Stel daar handmatig een derde keyframe in en laat de effectwaarden ongewijzigd. Tussen de tweede en derde keyframe blijft de afspeelsnelheid constant in slow-motion.
• Verplaats de afspeelmarkeerder nog verder naar rechts, naar het punt waar de film weer op normale snelheid moet lopen, en dubbelklik daar op de effectschuifregelaar. Hierdoor keert de snelheidswaarde terug naar de beginpositie (1.00) en wordt automatisch een vierde keyframe ingesteld.

Speel de sequentie af en zie het resultaat. De snelheidswaarden worden automatisch berekend tussen de keyframes. Dit resulteert in een progressie waarbij de weergave vertraagt tot het einde van de eerste snelheidsverandering is bereikt. Dan komt de slow-motion sequentie. Tussen de voorlaatste en de laatste keyframe wordt de snelheid dan weer continu opgevoerd.

Als u dit principe eenmaal doorhebt, kunt u elke denkbare snelheidscurve op deze manier realiseren.